Chemische samenstelling
Cannabis is één van de meest onderzochte planten in de wetenschap. Tot nu toe zijn er zeker 10.000 wetenschappelijke artikelen over gepubliceerd. Deze studies zijn vooral gericht op het gebruik van cannabis als recreatieve drug, maar in toenemende mate ook op medicinale toepassingen. Er zijn al meer dan 500 verschillende inhoudsstoffen gevonden in cannabis. Het meest bekend hiervan is de stof THC, die valt onder de groep van de zogenoemde cannabinoïden. Daarnaast komen er nog allerlei andere groepen stoffen voor in cannabis, waarvan met name de terpenen van belang zijn. Af en toe worden er nog nieuwe stoffen in cannabis ontdekt.
Cannabis is dus uitvoerig bestudeerd, maar toch lijkt de wetenschap nog maar weinig zeker te weten over de medicinale eigenschappen ervan. Dat komt doordat studies over misbruik behoorlijk in de meerderheid zijn. Om te accepteren dat cannabis werkelijk een medicinale werking heeft moet het eerst zorgvuldig op patiënten wordt getest, zoals bij een klinische studie. En die kosten veel tijd en geld. Er zijn daardoor nog maar weinig goede uitgevoerd met cannabis. De meeste inhoudsstoffen nog niet of nauwelijks zijn onderzocht op hun mogelijke medicinale werking. De cannabisplant wordt daarom onder wetenschappers wel eens een ‘verwaarloosde schatkist van potentiële medicijnen’ genoemd.
De meest interessante inhoudsstoffen worden geproduceerd door minuscule klierhaartjes die overal op de cannabisplant aanwezig zijn(toon figuur). Deze haartjes, ook wel bekend als trichomen, produceren een plakkerige hars die zich in kleine druppeltjes verzamelt aan het uiteinde van iedere klierhaar. Je kunt ze vinden op zowel mannelijke als vrouwelijke cannabisplanten, maar zijn met name aanwezig op de vrouwelijke bloemen, die ook wel ‘bloemtoppen’ worden genoemd. Om die reden telen cannabiskwekers vaak alleen vrouwelijke planten, en worden de mannelijke planten volledig verwijderd. De uiteindelijke medicinale werking van zo’n bloemtop hangt af van het exacte mengsel van aktieve stoffen die aanwezig zijn in de klierharen. Onderzoekers menen dat vooral de cannabinoïden en terpenen hierbij van belang zijn.
Cannabinoïden
Cannabinoïden worden over het algemeen beschouwd als de belangrijkste aktieve stoffen die aanwezig zijn in de cannabisplant. Ze zijn vrijwel nergens anders in de natuur te vinden. Momenteel zijn er ruim 100 verschillende cannabinoïden bekend. Deze lijken erg op elkaar wat betreft hun chemische structuur. Daarnaast zijn er vele stoffen met een cannabinoïd-achtige werking kunstmatig (synthetisch) geproduceerd in farmaceutische laboratoria. Cannabis afkomstig uit binnenteelt (vaak onder kunstlicht) heeft gewoonlijk een veel hoger gehalte aan cannabinoïden dan buiten geteelde cannabis. Als cannabis professioneel binnen wordt geteeld onder optimale omstandigheden, dan kan het cannabinoïdgehalte in de gedroogde bloemtoppen oplopen tot wel 25% van het gewicht.
De meest bekende van de cannabinoïden is delta-9-tetrahydrocannabinol, afgekort als THC. Dit is de stof die zorgt voor het gevoel van ‘high’ worden, maar THC is daarnaast verantwoordelijk voor veel medicinale effecten van cannabis. Voorbeelden hiervan zijn: vermindering van misselijkheid, braken, pijn en spierspasmen, en verbetering van slaap en eetlust. De therapeutische werking van THC en andere cannabinoïden wordt uitgebreider beschreven (link naar ander hoofdstuk).
Een ander cannabinoïd dat tegenwoordig veel wetenschappelijke aandacht krijgt, is cannabidiol, ook wel afgekort als CBD. Deze stof heeft medicinale eigenschappen maar kan de gebruiker niet ‘high’ maken. In tegendeel: CBD is in staat om sommige ongewenste effecten tegen te gaan die optreden bij hogere doseringen van THC. Studies hebben laten zien dat CBD effectief kan zijn bij de behandeling van symptomen bij onder andere reumatoïde artritis, diabetes, PTSS, angststoornis, en antibiotica-resistente infecties.
Andere voorbeelden van medicinale cannabinoïden zijn cannabigerol (CBG) met sterke ontstekingsremmende werking, en tetrahydrocannabivarin (THCV) dat wordt bestudeerd voor de behandeling van epilepsie en de ziekte van Parkinson.
De diverse cannabinoïden lijken chemisch gezien wel op elkaar maar verschillen sterk in hun therapeutische eigenschappen. Hierdoor heeft de exacte cannabinoïdsamenstelling van een cannabisproduct een grote invloed op de medicinale werking ervan.
De hierboven beschreven cannabinoïden zijn niet in kant-en-klare vorm in de cannabisplant aanwezig, maar als cannabinoïdzuren. Deze worden ‘geactiveerd’ door verhitting. Dit proces heet decarboxylatie.
Cannabinoïd-zuren
THC en CBD zijn de meest bekende cannabinoïden, maar ze komen van nature eigenlijk niet voor in de cannabis plant. De plant maakt namelijk al zijn cannabinoïden in een iets andere vorm, genaamd ‘zure’ cannabinoïden, of cannabinoïde-zuren.
THC is dus aanwezig als THC-zuur, en CBD wordt door de plant gemaakt als CBD-zuur (enzovoort voor alle andere cannabinoïden). Als deze stoffen voldoende worden verhit, dan worden de zuren snel omgezet in hun neutrale vorm (THC en CBD) door middel van een chemisch proces dat decarboxylatie heet.
Dus als cannabis wordt verbrand tijdens het roken, wordt gebakken tijdens het maken van koekjes, of wordt verwarmd voor het verdampen van oplosmiddel bij de bereiding van olie, dan wordt THC-zuur omgezet in THC, CBD-zuur wordt CBD, enzovoort. Decarboxylatie vindt ook spontaan plaats in cannabis die lang wordt bewaard, als gevolg van blootstelling aan licht en kamertemperatuur, maar minder snel. In de vriezer kan cannabis lang goed worden gehouden zonder chemische veranderingen.
Tot voor kort dachten wetenschappers dat de zure cannabinoïden geen medicinale eigenschappen hadden. Dat kwam doordat men wist dat deze stoffen je niet high kunnen maken, en ook niet aan de cannabinoïd-receptoren lijken te binden. Ze leken dus voornamelijk inactief. Maar recent is ontdekt dat deze stoffen wel degelijk interessant kunnen zijn als medicijn. Zo blijkt dat CBD-zuur sterke bacteriedodende eigenschappen heeft en veelbelovend lijkt als ontstekingsremmer. En THC-zuur heeft onder andere een sterk effect op het immuunsysteem. Voor sommige patiënten kunnen de cannabinoïd-zuren ook interessant zijn.
Terpenen
Terpenen zijn de stoffen die cannabis zijn karakteristieke geur en smaak geven. Tot nu toe zijn er ruim 120 verschillende terpenen gevonden in cannabis, met namen als myrceen, alfa-pineen en beta-caryophyleen.
In tegenstelling tot de cannabinoïden (die alleen te vinden zijn in de cannabis plant) komen terpenen overal in de natuur voor. Ze zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de geur van lavendel, rozen, en citroenen, en ze zijn het hoofdbestanddeel van dennenhars. De terpenen in cannabis hebben een bijzondere werking, omdat ze de effecten van de cannabinoïden helpen te verfijnen. Dat doen ze bijvoorbeeld door bepaalde ongewenste effecten van THC tegen te gaan, zoals gevoelens van onrust of vermindering van kortetermijngeheugen die optreedt als gevolg van cannabis consumptie. Ook kunnen terpenen helpen om de opname van cannabinoïden in het lichaam te verbeteren, of de binding aan cannabinoïdreceptoren te veranderen. Sommige terpenen hebben ook een eigen medicinale werking, bijvoorbeeld als ontstekingsremmer, antibioticum of pijnstiller.
Omdat er zoveel verschillende terpenen bestaan, zijn er ook veel verschillende combinaties waarin ze kunnen voorkomen in een cannabisplant. Net zoals bij de cannabinoïden kan elke specifieke mix van terpenen leiden tot een uniek medicinaal effect. Terpenen kunnen makkelijk verdampen (dat is ook de reden dat we ze kunnen ruiken) en ze worden daarom makkelijk geïnhaleerd bij roken of verdampen van cannabis. Er wordt gedacht dat iedere variëteit cannabis een eigen unieke combinatie aan terpenen en cannabinoïden bevat. Helaas zijn er nog maar weinig studies uitgevoerd naar de medicinale wisselwerking tussen terpenen en cannabinoïden.
Linken naar pagina Variëteiten