Hoe werkt het
Endocannabinoïde systeem
Lange tijd werd aangenomen dat cannabinoïden zoals THC simpelweg oplossen in de membranen van onze hersencellen. Hierdoor zouden ze dan de werking van de hersenen verstoren, zoals alcohol dat ook doet als we dronken zijn. In de jaren 1990 gebeurde er echter iets revolutionairs: onderzoekers ontdekten het menselijke endocannabinoïdsysteem. Daardoor leerden we dat veel van onze lichaamsfuncties worden bestuurd door middel van cannabis-achtige stoffen in ons brein en vele andere organen. Deze cannabis-achtige stoffen worden endocannabinoïden genoemd. Zij doen hun werking door te binden aan receptoren in ons lichaam. Wanneer iemand cannabis gebruikt, dan verstoren de stoffen in de cannabisplant de normale werking van de endocannabinoiden.
De endocannabinoiden en hun bijbehorende receptoren vormen samen het endocannabinoïdsysteem. Dit regelsysteem is aanwezig in bijna alle dierlijke levensvormen: mensen, katten, vogels, vissen, en zelfs in primitieve beestjes zoals de zoetwaterpoliep. Het feit dat het endocannabinoïdsysteem zo algemeen voorkomt, kan erop wijzen dat het een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling en overleving van diersoorten. Niet alle effecten van (endo)cannabinoïden zijn trouwens te verklaren door binding aan een receptor. Waarschijnlijk zijn er ook effecten die via andere mechanismen verlopen.
Receptoren
Een receptor is een groot molecuul op het oppervlak van een cel. Daar reageert het op signalen of prikkels van buiten. Voor een cel is dit de belangrijkste manier waarop hij kan reageren op zijn omgeving. Op een gemiddelde cel zitten honderden verschillende receptoren. Elke receptor reageert daarbij alleen op zijn eigen specifieke prikkels. Meestal is die prikkel een chemisch stofje dat in het bloed circuleert totdat hij in aanraking komt met de juiste receptor.
Een stof die bindt aan een receptor heet een ligand. In het algemeen zijn liganden kleine moleculen zoals een neurotransmitter (bijvoorbeeld dopamine), een hormoon (bv. testosteron) of een gifstof (bv. van een bacterie of virus). Ook de werking van veel medicijnen berust op binding aan een receptor, zoals bij luchtwegverwijders en bloeddrukverlagers.
Tijdens de binding activeert de ligand de werking van de receptor, zo ongeveer als een auto een specifieke sleutel nodig heeft om hem te starten. Tijdens dit proces geeft de receptor een signaal af aan de cel om ‘iets’ te doen dat specifiek verbonden is met die receptor. De ene receptor zet de cel aan om te groeien (bijvoorbeeld om een wond te helen), een andere om af te sterven (om plaats te maken voor nieuwe cellen), om chemicaliën te produceren (om voedsel te verteren, of infecties te bestrijden), of om bepaalde stoffen de cel binnen te laten (bouwmateriaal voor de cel).
Vele jaren geleden kwamen wetenschappers erachter dat THC de stof is die het high effect van cannabis veroorzaakt. En natuurlijk wilde men weten hoe dat dan precies werkt. Ze probeerden vervolgens het effect van THC te verklaren door een bijbehorende receptor te zoeken. En inderdaad, dit resulteerde in de ontdekking van de Cannabinoid-Bindende receptor type 1 (CB-1, in 1990), snel daarna gevolgd door een type 2 (CB-2, in 1993). Op dit moment denken wetenschappers zelfs dat er een derde type is, maar dat is nog niet helemaal zeker.
Endocannabinoïden
Cannabinoïd-Bindende (afgekort als CB) receptoren zijn in principe aanwezig in het hele lichaam, maar niet overal in gelijke mate. CB-1 receptoren zijn voornamelijk te vinden in het centraal zenuwstelsel, zoals de hersenen en het ruggenmerg. En dan vooral in de hersendelen waar functies worden bestuurd die te maken hebben met slaap, eetlust, waarneming van tijd en pijn, geheugen etc. Het overstimuleren van de CB-1 receptor leidt tot een gevoel van ‘high’ of ‘stoned’ worden. CB-2 receptoren bevinden zich vooral op de cellen van het immuunsysteem, waar ze een invloed kunnen hebben op bijvoorbeeld pijn, ontsteking en weefselschade.
De ontdekking van de CB-receptoren zette onderzoekers aan op het spoor van lichaamseigen stoffen die van nature aan deze receptoren kunnen binden. De eerste ontdekte stof heeft de wetenschappelijke naam arachidonzuur-ethanolamide, maar werd al snel anandamide gedoopt. Dit betekent ‘eeuwig welzijn’, wat een verwijzing is naar het gevoel dat deze stof opwekt als het bindt aan de CB-1 receptor. Een paar jaar later werd een stof gevonden die aan beide receptoren kan binden. De chemische naam is 2-arachidonoylglycerol, simpelweg afgekort tot 2-AG. In de afgelopen jaren zijn er nog veel meer stoffen geïsoleerd of synthetisch gemaakt die een werking hebben op het endocannabinoïdesysteem.
Werkingsmechanisme van cannabis
In de farmacologie verwijst de term ‘werkingsmechanisme’ naar de specifieke biochemische interacties waarmee een actieve stof zijn werking veroorzaakt in het lichaam. In het geval van cannabis kunnen we ons daarbij afvragen hoe stoffen in de cannabisplant in staat zijn om bepaalde ziektes te bestrijden of symptomen te verlichten. Wat is daarbij het werkingsmechanisme? Een van de belangrijkste werkingsmechanismes van de cannabinoïden is het effect via de cannabinoïde-receptoren op de werking van cellen. Deze receptoren zijn samen met een aantal lichaamseigen stoffen onderdeel van het endocannabinoïdesysteem. Dit systeem kan gezien worden als een nieuw farmacologisch mechanisme waarmee met behulp van natuurlijke of synthetische cannabinoïden invloed uitgeoefend kan worden op een basaal reguleringssysteem in het lichaam. Als de juiste cannabisstoffen in de juiste combinatie worden gebruikt, kunnen allerlei ziektes en symptomen via dit systeem behandeld worden.
Daarnaast kunnen cannabinoïden op andere typen receptoren aangrijpen en hun effect uitoefenen, grijpen ze direct in op biochemische processen, zoals ontstekingsreacties of hebben als anti-oxidant een preventieve werking.
Dit klinkt als een spannende en bijzondere ontwikkeling, maar helemaal nieuw is het niet. Zo worden opiaten (zoals morfine, codeïne, etc.) geproduceerd uit opium, dat afkomstig is van de papaverplant. Deze opiaten hebben een interactie met ons lichaamseigen endorfine-systeem via opioïd receptoren. Dit maakt deel uit van het zenuwstelsel en helpt ons om te gaan met intense pijn, levensbedreigend gevaar en andere vormen van intense stress. Dankzij de isolatie van stoffen uit opium hebben we nu de beschikking over sterke pijnstillers die een belangrijke rol spelen in ernstige (pijn)situaties. Het ontwikkelen van waardevolle medicijnen uit een drugsplant is dus al eens gedaan. Er is geen reden om aan te nemen dat het met cannabis niet kan. Het is immers de hoeveelheid van een stof die bepaalt of het als medicijn of als schadelijke stof werkzaam is!
De terpenen in de cannabis plant kunnen bij dit alles op verschillende manieren betrokken zijn: ze kunnen de werking en het effect van cannabinoïden beïnvloeden. Er is echter nog heel wat onderzoek nodig voordat we precies weten hoe dit precies in elkaar steekt. Sommige terpenen hebben ook een eigen werking, die helemaal losstaat van de cannabinoïde receptoren.