Klinische studies
Veel informatie die beschikbaar is over effecten van cannabis is afkomstig uit studies die gericht zijn op misgebruik van cannabis. Het gevolg is dat nieuwe patiënten, en hun artsen, al snel bezorgd zijn over risico’s die typisch bij hoge doseringen horen, zoals verslaving, overdosering en high worden. Artsen hebben bovendien moeite om betrouwbare informatie te vinden over de therapeutische werking van cannabis. De geneeskrachtige potentie van cannabis en cannabinoïden wordt zelden besproken bij medische opleidingen, en ook het bestaan van het endocannabinoïd systeem is vrijwel onbekend bij artsen. Artsen willen daarom meestal eerst weten of er voldoende klinisch bewijs is voor de werkzaamheid en veiligheid van cannabis.
Klinische studies zijn in de moderne geneeskunde dé gouden standaard voor het bepalen van de werkzaamheid en de veiligheid van medicijnen. Zulke ingewikkelde (gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde, dubbelblinde) studies zijn zeer duur en tijdrovend. Maar doordat ze de voor- en nadelen grondig tegen elkaar afwegen, helpen deze studies ons te beslissen wanneer het gebruik van een nieuwe medische behandeling passend en verantwoord is. Klinische studies waarbij de effecten van cannabinoïden worden bestudeerd hebben vaak beperkingen, zoals het gebruik van erg lage doseringen om te voorkomen dat patienten high worden. Ook hebben wetenschappers vaak moeite om de benodigde vergunningen te verkrijgen. Bovendien is het in de meeste landen zeer lastig om de juiste kwaliteit gestandaardiseerde cannabis te vinden die geschikt is voor onderzoek. Ook zijn er allerlei praktische bezwaren om in een studie te werken met vreemde toedieningsvormen zoals roken, verdampen en cannabis-koekjes.
Klinisch bewijs
Tussen 1975 en 2014 zijn er minstens 140 klinische studies uitgevoerd met de cannabisplant of met zuivere cannabinoïden, op zeker 9.000 patiënten met verschillende soorten aandoeningen. Deze studies waren van wisselende kwaliteit en iedere onderzoeker gebruikte zijn eigen type cannabis en toedieningsvorm. Daardoor zijn cannabis studies vaak moeilijk met elkaar te vergelijken. Een arts kan daardoor zeggen dat hij niet overtuigd is en geen duidelijke conclusie kan trekken, terwijl een patiënt juist verheugd is dat er wel degelijk studies zijn gedaan naar allerlei aandoeningen. Het feit dat een studie uitgevoerd is wil niet zeggen dat de conclusie ook erg sterk is, of dat de studie op een goede manier is opgezet en uitgevoerd.
Toch kan op basis van de bestaande gegevens worden geconcludeerd dat cannabinoïden vooral effectief zijn als pijnstiller bij chronische neuropatische pijn, voor het opwekken van eetlust en verminderen van braken bij (de behandeling van) ziektes zoals bijvoorbeeld kanker, AIDS en hepatitis C en voor behandeling van diverse symptomen van MS. Daarnaast hebben cannabinoïden goede (maar iets minder duidelijk bewezen) resultaten bij de symptomatische behandeling van ruggemergschade, bepaalde darmziektes, syndroom van Gilles de la Tourette, hyperactiviteitstoornis (ADHD), allergieën, epilepsie, en glaucoom. Interessante is de ontdekking dat cannabinoïden mogelijk effectief zouden kunnen zijn bij de behandeling van bepaalde soorten kanker. Dit doen ze niet alleen door de symptomen van kanker te bestrijden maar ook door kankercellen aan te vallen en te vernietigen. Er zijn echter wel wat meer studies nodig voordat cannabis kan worden aanbevolen voor de behandeling van kanker.
Klinische studies naar de werking van cannabis zijn in het verleden vaak geïnspireerd door ervaringen van patiënten die zichzelf behandelden met cannabis producten. Zo zijn de volgende therapeutische toepassingen van cannabinoïden (her)ontdekt doordat patiënten ze onder de aandacht brachten van wetenschappers en beleidsmakers: de werking tegen misselijkheid, verbetering van eetlust, pijnstillende en spierontspannende werking, en het effect op Tourette syndroom. Het is dus wel duidelijk dat het verzamelen van ervaringen van patiënten een belangrijke rol kan spelen in ons begrip van de effecten van cannabis. Een belangrijke manier om meer te leren over de medicinale werking van cannabis is daarom het houden van enquêtes onder grote groepen patiënten.
In recente jaren is er een aantal goede studies gedaan naar de effecten van gerookte cannabis, met name bij HIV/AIDS. Dit is van groot belang, omdat de meeste patiënten die cannabis als zelfmedicatie gebruiken, dit toedienen door middel van roken. Toch waren er tot voor kort maar weinig studies waarbij het werd aangedurfd om patiënten cannabis te laten roken. Die studies laten vooral een positief effect zien op neuropatische pijn en eetlust. Natuurlijk zijn de schadelijke bijproducten van het roken – zoals teer, koolmonoxide, ammonia etc. – een goede reden om een patiënt te adviseren niet te roken. Om die reden zijn er speciale verdampers ontwikkeld die het mogelijk maken om plantaardige cannabis op een meer veilige en efficiënte manier te inhaleren. Het ligt dus voor de hand dat toekomstige klinische studies deze toedieningsvorm vaker zullen toepassen.
In de praktijk gebeurt het ook vaak dat een patiënt uit eigen beweging cannabis gebruikt: hij heeft in veel gevallen keus uit een grote diversiteit aan cannabissoorten (zelfs als dat illegaal is), waaruit hij door middel van eigen ervaring de optimale soort en toedieningsvorm kan kiezen. Bovendien kan een patiënt zichzelf dan net zoveel toedienen als hij zelf wil, terwijl bij cannabis op recept de arts de dosering meestal bepaalt. Mogelijk zijn er ook andere redenen waarom patiënten kiezen voor zelfmedicatie met cannabis in plaats van conventionele medicijnen: kosten, wantrouwen van de moderne geneeskunst, of juist een interesse in ‘natuurlijke’ medicijnen. Soms is cannabis effectiever dan conventionele medicijnen, of cannabis helpt bij het bestrijden van de bijwerkingen van die medicijnen (zoals misselijkheid of gebrek aan eetlust). Patiënten kunnen bovendien veel informatie over medicinale cannabis uitwisselen met andere patiënten of met recreatieve gebruikers via het internet. Ervaren cannabis gebruikers weten daarom soms meer over de voor- en nadelen van medicinaal cannabis gebruik dan klinisch onderzoekers en artsen.