Risicofactoren
Net als elk ander medicijn is cannabis niet volledig onschuldig. In bepaalde situaties zijn de risico’s die gepaard gaan met cannabisgebruik groter dan normaal. Deze risico’s hangen vooral samen met het gehalte THC in de cannabis plant. Risico’s die ontstaan als gevolg van mogelijke verontreinigingen in cannabis worden apart besproken.
Ook kunnen er bijwerkingen optreden, vooral bij hoge doseringen THC en zijn er omstandigheden waarbij cannabis beter niet gebruikt kan worden (contra-indicaties). Cannabinoïden kunnen in de lever bepaalde enzymen remmen die betrokken zijn bij de afbraak van sommige andere geneesmiddelen. Dit kan leiden tot interacties, waarbij de cannabinoïden zorgen dat andere middelen sterker of langer werken.
Autorijden
Het gebruik van cannabis (met THC) kan het reactievermogen beïnvloeden. Bij sommige toedieningsvormen van cannabis kan het 2-3 uur duren voordat de volledige effecten duidelijk zijn. Het is daarom van belang niet te snel in de auto te stappen na gebruik van cannabis.
In het algemeen wordt het volgende advies gegeven over autorijden en medicinaal gebruik van cannabis: bij dagelijks medicinaal gebruik de eerste twee weken niet autorijden. Bij incidenteel medicinaal gebruik geen autorijden tot 15 uur na de laatste inname. In het geval van bijwerkingen zoals een “high” gevoel, loomheid, duizeligheid, euforie, verwardheid, hallucinaties of angst geen auto gaan rijden. Na het starten met een nieuwe variëteit of toedieningsvorm, of het verhogen van de dosering is het aan te raden opnieuw de eerste twee weken geen auto te rijden.
Verslaving
Het is onwaarschijnlijk om een verslaving te ontwikkelen als cannabis op een verantwoorde manier medicinaal wordt gebruikt. De aanbevolen dosering voor medicinaal gebruik is vaak (veel) lager dan bij recreatief gebruik, en een arts of specialist is betrokken bij het begeleiden van de patiënt. Er moet echter worden opgelet als een patiënt verslavingsproblemen heeft gehad in het verleden. Hogere doseringen cannabis, zeker wanneer gebruikt over een lange periode, kunnen mogelijk leiden tot een verslaving. Stoppen met gebruik kan dan leiden tot ontwenningsverschijnselen, zoals rusteloosheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid en misselijkheid.
Voorzichtig zijn met gebruik van cannabis (contra-indicaties)
Hartstoornis
Cannabinoïden (vooral THC) kunnen een tijdelijk – maar sterk – effect hebben op de hartslag en de bloeddruk. Patiënten met een historie van hart- en vaatziekten, of zij die een hartmedicijn gebruiken, dienen te worden begeleid door een arts bij het gebruik van cannabis.
Jong-volwassenen tot 25 jaar
Overmatig cannabisgebruik is mogelijk schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen. Je hersenen ontwikkelen zich tot hun 24e en misschien zelfs tot hun 30e. Tijdens de puberteit neemt het aantal verbindingen tussen hersencellen toe. Ook het deel van de hersenen, dat verantwoordelijk is voor redeneren, plannen en zelfbeheersing, is in de puberteit nog volop in ontwikkeling. Cannabis, en met name THC, kan deze ontwikkelingen nadelig beïnvloeden omdat het interfereert met het lichaamseigen endocannabinoid systeem.
Het is daarom aan te raden niet te snel cannabis als medicijn te gebruiken bij jongere mensen. In ernstige gevallen kan worden overwogen toch cannabis voor te schrijven. Het afwegen van de risico’s en het mogelijke positieve effect speelt dan een grote rol. Het gebruik van CBD, zoals bij kinderen met Dravet-syndroom is wel mogelijk bij deze leeftijdsgroep.
Leverziekte
Bij het gebruik van cannabis worden met name cannabinoïden aan het lichaam toegediend. De lever is vervolgens het belangrijkste orgaan dat deze stoffen chemisch verandert (metaboliseert) ze via urine en ontlasting het lichaam weer verlaten. De effecten van cannabis kunnen daarom onverwacht anders zijn bij patiënten met een aandoening van de lever.
Psychose
In zeldzame gevallen kan het gebruik van cannabis een psychotische aanval veroorzaken bij mensen die daar een erfelijke aanleg voor hebben. Om die reden is het van belang dat patiënten waarbij psychotische aandoeningen voorkomen in de familie, met name schizofrenie en bipolaire stoornis, psychiatrisch goed worden begeleid als ze cannabis gebruiken.
Zwangerschap en borstvoeding
Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van cannabis tijdens de zwangerschap de ontwikkeling van het ongeboren kind kan beïnvloeden. Daarnaast kunnen componenten van cannabis, waaronder THC, worden uitgescheiden in de moedermelk. Om deze redenen wordt het gebruik van medicinale cannabis afgeraden tijdens zwangerschap of in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.