Variëteiten
Er wordt vaak gezegd dat er heel veel ‘soorten’ cannabis zijn. Wetenschappelijk gezien klopt dat echter niet helemaal. Alle types cannabis in de wereld behoren namelijk tot dezelfde biologische soort, wat betekent dat alle cannabis planten met elkaar gekruist kunnen worden. Door de eeuwen heen hebben mensen overal ter wereld cannabis geteeld en geselecteerd op gewenste eigenschappen: hoogte en omvang van de plant, geur en vorm van de bloemtoppen, verdovend effect, noem maar op. Als de zo gekweekte plant voldoende verschilt van andere cannabisplanten, dan wordt dit een ‘variëteit’ of ‘cultivar’ genoemd.
Honden en tulpen zijn andere voorbeelden van (biologische) soorten met daarbinnen veel verschillende variëteiten. Door de tijd heen zijn er op deze wijze veel verschillende variëteiten cannabis ontwikkeld. Deze worden van elkaar onderscheiden – door cannabis kwekers, recreatieve gebruikers en patiënten – door middel van populaire namen zoals bijvoorbeeld White Widow, Northern Lights, Amnesia of Haze. Op dit moment zijn er meer dan 700 variëteiten beschreven en misschien bestaan er nog wel meer. Een voor de hand liggende vraag is echter of deze diversiteit aan namen ook echt een verschil in medicinale werking betekent. Met andere woorden: welke variëteiten zijn het meest belangrijk voor patiënten, en hoeveel namen hebben we echt nodig om de verschillen te benoemen? Dat is een lastige vraag waar op dit moment nog geen duidelijk antwoord voor is.
Er is in de loop der jaren een aantal manieren bedacht om cannabis-variëteiten te classificeren, Meestal ging dat op basis van de samenstelling van de . Wettelijk gezien wordt het belangrijkste onderscheid gemaakt tussen drug-type (ook wel bekend als wiet) en vezel-type (ook bekend als vezelhennep). Daarbij wordt met name gekeken naar de gehaltes van THC: wiet bevat veel THC, terwijl vezelhennep vrijwel geen THC bevat (maar wel een redelijke hoeveelheid CBD). De aanwezigheid vanis bij dit onderscheid niet van belang, omdat de wet voornamelijk geïnteresseerd in THC. Dat is een verboden stof en je kunt ere high van worden. Voor een goed begrip van de medicinale eigenschappen van cannabis is het echter wel van belang om zowel naar cannabinoïden als terpenen te kijken.
Op basis van uiterlijke kenmerken delen cannabiskwekers variëteiten meestal op in twee groepen: Sativa en Indica. Het cannabis type ruderalis wordt soms ook genoemd als aparte groep. Het is een kleinere en meer onkruid-achtige soort cannabis. Dit type is waarschijnlijk afkomstig van oude hennepvelden in centraal Rusland, en wordt zelden nog geteeld voor gebruik als recreatieve drug of als medicijn. Ruderalis types worden soms echter wel gebruikt bij het maken van nieuwe kruisingen of variëteiten van cannabis, met name om de bloei en groei van die variëteiten te verbeteren.
Sativa en indica typen cannabis
De sativa typen cannabis werden oorspronkelijk geteeld in de Westerse wereld op industriële schaal voor vezels, zaden, en veevoer. Ze worden gekenmerkt door hoge planten met weinig maar sterk verspreide zijtakken, en lange dunne bladeren. Daartegenover staan de indica types, die afkomstig zijn uit zuidelijk Azië, en die oorspronkelijk bekend stonden als ‘Indian Hemp’. Deze types worden gekenmerkt door kortere struikachtige planten met bredere bladeren, waarvan de bloemen gemiddeld sneller rijpen. De twee types hebben meestal een verschillende geur, wat wijst op een verschil in samenstelling. De meeste huidige variëteiten die als recreatieve drug worden aangeboden, zijn in feite kruisingen (ook wel ‘hybrids’ genoemd) van sativa en indica voorouders.
Door een lang proces van uitproberen en selecteren hebben veel patiënten een cannabis-variëteit gevonden die optimaal werkt voor de behandeling van hun specifieke ziekte of symptomen. Het populaire onderscheid tussen sativa en indica types cannabis is voor hen vaak belangrijk, omdat het patiënten helpt bij het omschrijven van de producten die ze zoeken. Helaas is nog niet goed onderzocht of de medicinale eigenschappen van cannabis op één of andere wijze iets te maken hebben met het sativa/indica onderscheid, en zo ja, hoe dan? Een beter begrip van de chemische verschillen tussen cannabis variëteiten kan helpen bij het bestuderen van bestaande ervaringen van patiënten, en het informeren van patiënten en artsen die niet bekend zijn met het gebruik van cannabis als medicijn.
De variëteiten die momenteel beschikbaar zijn via de apotheek houden rekening met zowel cannabinoïden als terpenen. Deze producten verschillen van elkaar in gehaltes van THC en CBD, en er zijn zowel sativa als indica types beschikbaar. Verder onderzoek naar de chemische verschillen tussen de meest populaire cannabis types kan medicinale gebruikers helpen om makkelijker een cannabis product te kiezen dat bij hun behoeftes past. Een degelijke kennis van de aanwezigheid en de effecten van cannabinoïden en terpenen speelt een grote rol bij de ontwikkeling van nieuwe cannabis variëteiten.