Waarbij gebruiken
Effecten
In het algemeen geneest cannabis geen ziektes, maar kan het de symptomen verlichten of de ontwikkeling van de aandoening remmen. Gebruik van cannabis kan soms de effecten van andere medicatie verbeteren en/of hun schadelijke bijwerkingen verminderen. In Nederland is het aan een arts om te besluiten of cannabis een positief effect kan hebben op een patiënt, afhankelijk van zijn specifieke diagnose, symptomen en omstandigheden. In het algemeen zal een arts cannabis pas voorschrijven als standaardbehandelingen niet voldoende werken of teveel bijwerkingen geven.
Belangrijkste aandoeningen
Hieronder bespreken we de belangrijkste aandoeningen die met cannabis kunnen worden behandeld. Voor deze aandoeningen is goed klinisch of ander wetenschappelijk bewijs beschikbaar en de meeste ervaring wereldwijd.
Chronische pijn
Hevige chronische pijn is een van de belangrijkste redenen waarom patiënten cannabis als medicijn gebruiken. Er zijn veel soorten pijn en ze reageren niet allemaal hetzelfde op cannabis. Het therapeutische effect van cannabis lijkt het sterkst bij pijn met een neuropathische oorsprong (ontstaan door schade of ziekte van het zenuwstelsel). Dit is bijvoorbeeld het geval bij multiple sclerose (MS), waarbij de zenuwen van de patiënt worden afgebroken door het eigen immuunsysteem. Of bij fibromyalgie, waarbij de zenuwen overgevoelig worden en zelfs een milde aanraking aanvoelt als pijnlijk. Studies die zich concentreren op acute pijn (zoals na een operatie) tonen meestal weinig tot geen effect van cannabis. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de verschillende rol die endocannabinoïden spelen in beide soorten pijn.
Chronische pijn is vaak moeilijk te behandelen met een enkel medicijn. Daarom zijn cannabinoïden vaak onderzocht in combinatie met andere pijnmedicatie, waaronder sterke opiaten zoals morfine. Hieruit is gebleken dat cannabinoïden en opiaten kunnen samenwerken bij het bestrijden van pijn, op een manier die sterker is dan het effect van beide medicijnen alleen (‘synergie’). Het resultaat is dat in combinatie met gebruik van cannabinoïden, de dosering van de opiaten vaak omlaag kan. Hierdoor kunnen bijwerkingen van de opiaten (zoals obstipatie, verslaving, ademdepressie) worden verminderd. De mogelijke bijwerkingen van cannabinoïden zijn bovendien soms te prefereren boven de meer heftige bijwerkingen van sterke opiaten.
Multiple sclerose
Wereldwijd gebruiken veel patiënten cannabis voor het verlichten van pijn en spierkrampen die het gevolg zijn van multiple sclerose (MS). De meeste klinische studies met cannabinoïde medicijnen zijn dan ook gedaan bij MS. De standaard-behandeling van MS geeft vaak onvoldoende verlichting of wordt beperkt door de bijwerkingen van de gebruikte medicatie. Het gevolg is dat MS patiënten vaak experimenteren met alternatieve therapievormen, waaronder cannabis, om hun kwaliteit van leven te verbeteren. Momenteel is er veel wetenschappelijk bewijs dat cannabis of cannabinoïden positieve effecten kunnen hebben op pijnklachten, blaasproblemen, tremor en spasticiteit. Ook kan het zowel de duur als de kwaliteit van slaap verbeteren.
MS is een van de weinige aandoeningen waarbij de langetermijn effecten van cannabinoïden ook goed bestudeerd zijn (vooral voor het cannabinoïde medicijn Sativex). De resultaten laten zien dat patiënten nauwelijks tolerantie ontwikkelen voor de medicinale effecten, dat wil zeggen dat ze niet telkens een hogere dosering nodig hebben om hetzelfde effect te verkrijgen.
Misselijkheid, braken en verminderde eetlust
Cannabis kan positieve effecten hebben op misselijkheid en braken veroorzaakt door chemotherapie of bestraling bij kanker. Hetzelfde effect wordt gezien bij hepatitis C en HIV infectie of AIDS. Al in 1986 werd THC – onder de productnaam Marinol – goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) als opwekker van eetlust bij behandeling van anorexia en gewichtsverlies bij HIV/AIDS patiënten. Daarnaast werd Marinol ook goedgekeurd als antibraakmiddel voor kankerpatiënten die chemotherapie ondergaan. Sommige studies suggereren dat het toedienen van THC net voor of na chemotherapie meer effect heeft dan het gebruik van alleen conventionele medicijnen.
Een van de bekende effecten van cannabisgebruik is de opwekking van een sterke eetlust, ook wel bekend onder recreatieve gebruikers als een ‘vreetkick’. Dit is vooral een verlangen naar voedsel met veel suiker of vet. Voor sommige patiënten kan het consumeren van veel calorieën bijdragen aan behoud van gewicht. En in extremere gevallen kan een verbeterde eetlust van levensbelang zijn voor het binnenkrijgen van voldoende voedingstoffen, zoals in het geval van wasting syndrome bij AIDS patiënten. Er zijn vele medicijnen om misselijkheid, braken en gebrek aan eetlust te behandelen, maar cannabis pakt alle drie problemen tegelijk aan. Dit maakt cannabis een krachtig middel om de kwaliteit van leven te verbeteren. Daarnaast is het moeilijk om geneesmiddelen door te slikken in geval dat de patiënt last heeft van misselijkheid en braken. Omdat cannabis kan worden geïnhaleerd is het makkelijker te gebruiken, en werkt het bovendien sneller dan tabletten.
Tourette syndroom
Het syndroom van Gilles de la Tourette is een erfelijke neuro psychiatrische aandoening, gekarakteriseerd door meerdere lichamelijke of vocale tics. Er is toenemend bewijs dat cannabis effectief is bij het onderdrukken van dergelijke tics, maar ook bij het behandelen van gerelateerde gedragsstoornissen zoals obsessief-compulsief gedrag (OCB). Klinische studies naar de effecten van (pure) THC bij de behandeling van Tourette syndroom tonen een significante afname van tics, zonder serieuze bijwerkingen. Omdat tics zo zichtbaar zijn hebben ze vaak een zware impact op het sociale leven van Tourette patiënten. Hierdoor kunnen zelfs kleine effecten van cannabis al relevant zijn. THC zou daarom kunnen worden aangeraden voor de behandeling van Tourette syndroom bij volwassen patiënten, als andere geneesmiddelen onvoldoende effectief zijn gebleken voor het behandelen van de tics.
Therapieresistente glaucoom
Bij glaucoompatiënten leidt een toenemende druk van het vocht binnenin de oogbol tot een geleidelijk verlies van het zicht, wat zonder behandeling kan leiden tot volledige blindheid. Studies in de jaren ’70 toonden al aan dat cannabis, zowel oraal als geïnhaleerd, de oogdruk net zo effectief kan verminderen als standaard medicatie. Dankzij dit effect kan behandeling met cannabis helpen om het oog te beschermen tegen permanente schade. In het geval dat conventionele behandelingen niet voldoende werken, kan daarom het gebruik van cannabis worden aanbevolen. Het oogdruk-verlagende effect duurt doorgaans een paar uur, waardoor de cannabis-medicatie regelmatig moet worden toegediend.
Kanker
Zoals hierboven al aangegeven hebben cannabinoïden een palliatief effect bij kanker door het verminderen van misselijkheid, braken en pijn, het stimuleren van eetlust, en het verbeteren van de kwaliteit van slaap. Daarnaast hebben laboratoriumstudies op proefdieren en op geïsoleerde kankercellen aangetoond dat cannabinoïden – in sommige omstandigheden – in staat zijn om de ontwikkeling van kanker te remmen. Als reactie op deze resultaten is op internet een snel groeiend aantal persoonlijke verslagen en video’s verschenen die beweren dat cannabis kanker kan genezen. Hoewel er diverse studies gaande zijn rondom de wereld, is er momenteel nog geen goed bewijs uit klinische studies die dergelijke claims ondersteunen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het effect van de terpenen, alleen of in combinatie met cannabinoïden, in laboratoriumstudies doorgaans niet wordt getest. Dat is jammer, want juist het gecombineerde effect van cannabinoïden en terpenen maakt het grote verschil tussen ‘holistische’ plantaardige cannabisproducten enerzijds, en farmaceutische middelen gebaseerd op geïsoleerde cannabinoïden anderzijds. Daar komt nog bij dat patiënten die cannabis als zelfmedicatie gebruiken vaak extractiemethoden en/of toedieningsvormen gebruiken die heel anders zijn dan die worden gebruikt in laboratorium- of ziekenhuisstudies. Door deze kloof tussen klinisch onderzoek aan de ene kant en ervaringen van patiënten aan de andere kant is het nu onduidelijk wat de rol van cannabis kan zijn bij de behandeling van verschillende soorten kanker. De geïnteresseerde patiënt doet er dus goed aan om zich goed te verdiepen in deze materie.
Epilepsie
Hoewel epilepsie vaak goed te behandelen is met bestaande medicatie, heeft een deel van de patiënten onvoldoende controle over hun epileptische aanvallen. Voor heel zware gevallen kan een speciale operatie worden overwogen, maar dit zijn moeilijke en riskante ingrepen met behoorlijk risico voor het brein. Voor dergelijke patiënten is een behandeling met cannabis in overleg met de arts te overwegen. Al in 1979 toonden studies op ratten het anti-epileptische effect van (zuivere) CBD aan. In verschillende daaropvolgende studies bij proefdieren en (kleinschalig) bij patiënten was CBD in staat om zowel de frequentie als de intensiteit van epileptische aanvallen te verminderen. Mede doordat CBD geen psycho-actieve werking heeft, heeft deze stof een belangrijke potentie als therapeutisch middel bij verschillende soorten epilepsie. Tegenwoordig zijn er cannabis variëteiten beschikbaar die een hoog gehalte CBD bevatten, en vrijwel geen THC.
Psychiatrische aandoeningen
Een snel opkomende toepassing van cannabinoïden is de behandeling van psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie, angststoornis en bipolaire stoornis. Hoewel langdurig gebruik van hogere doseringen THC juist als risicofactor geldt bij de ontwikkeling van dergelijke mentale stoornissen, hebben andere cannabinoïden mogelijk juist een beschermend effect. Met name het niet-psychoactieve cannabinoïde CBD is veelbelovend. Onderzoekers denken dat CBD een effect heeft op het brein doordat het een directe interactie aangaat met het endocannabinoïde systeem. In een studie met pure CBD leidde dit tot significante antipsychotische werking bij acute schizofrenie, die vergelijkbaar was met andere (standaard)medicatie.